“To prik or not to prik… that’s the question”
19 november, 2025 in
VALAN VOF Van Bruwaene Philippe



Vaak komt de opmerking dat er soms nog getwijfeld wordt om over te gaan tot de daad van het needlen op zich. Bijvoorbeeld: de patiënt uit zijn of haar twijfels, of de therapeut is niet zeker of het needlen wel een meerwaarde heeft of noodzakelijk is.
Eerst en vooral moet er natuurlijk differentiëel diagnostisch een reden zijn om te prikken. Hebben we een indicatie om te prikken? Spreken we in de casus over een (primaire of secundaire) myofasciale dysfunctie? Of is er eerder sprake van een duidelijk visceraal, neurogeen of articulair probleem zonder myofasciale betrokkenheid?
Palperen we een taut band in een spier met een causaal verband met de pijn? Is de pijn eventueel te provoceren en herkenbaar?

Wanneer je als therapeut op basis van deze meer objectieve criteria beslist om dry needling te willen toepassen, betekent dit nog niet noodzakelijk dat je het ook kan uitvoeren. We werken immers niet met een patiënt onder narcose, maar met een persoon die zelf beslist of hij/zij dit wil.
Een jong patiëntje kan prikangst ervaren uit angst voor het onbekende.
Iemand anders kan resoluut weigeren geprikt te worden wegens een slechte of pijnlijke ervaring, of omdat hij of zij “niet gelooft” in de therapie.
De redenen zijn legio.

Daarom is het van cruciaal belang om de patiënt te bevragen waarom men precies weigerachtig staat.
Angst kan soms gemakkelijk verdwijnen wanneer je veel geruststellende informatie geeft en zelf rust uitstraalt. Dit betekent niet dat je de angstige patiënt resoluut wilt overtuigen en ondanks deze angst toch willens nillens zal prikken. Wel zien we vaak dat veel mensen hun angst snel laten varen na een goed gesprek en dat ze zelfs na de behandeling een positief gevoel overhouden.

Ook wanneer de patiënt weigert wegens een slechte ervaring (“dat doet echt pijn en dat wil ik niet” of “het helpt echt niet”), kun je peilen in welke mate men openstaat om jou als zijn of haar nieuwe therapeut te vertrouwen. Jij werkt immers met het principe van comfortabele dosering: zacht en gentle needlen, zonder pijn, met ontspannende ademhalingstechnieken, enzovoort. Misschien geeft de patiënt jou (én zichzelf) dan wel die kans.

Sowieso geldt de regel: de patiënt beslist. Het is not done om tegen de wil van de patiënt in te gaan.

Is de beslissing genomen om te needlen, dan passen we uiteraard ook de dosering en intensiteit van het prikken aan aan de belastbaarheid van de patiënt. We verwijzen hier graag naar onze “prikbarometer”.